
1. Bereidend werk voor de bouw
Funderingsinspectie- en installatievereisten
De basis van de bouwlift moet strikt worden geïnstalleerd in overeenstemming met de tekeningen en instructies, en de fundering moet vóór installatie worden geïnspecteerd om ervoor te zorgen dat de draagkracht ervan aan de vereisten voldoet. Drainagefaciliteiten moeten rond de fundering worden opgezet en beschermende hekken moeten worden uitgerust om te voorkomen dat mensen gevaarlijke gebieden binnenkomen.
Inspectie en acceptatie van apparatuur
Voor gebruik, de bouwlift moet volledig worden geïnspecteerd, inclusief de sterkte, stijfheid en stabiliteit van belangrijke componenten zoals geleidrails, wandbeugels, draadtouwen en kooien. Nieuw geïnstalleerde of gereviseerde liften moeten acceptatietests en inspecties doorstaan voordat ze kunnen worden gebruikt.
Elektrische en mechanische apparaatinspectie
Zorg ervoor dat het elektrische apparaat voldoet aan de vereisten van "één machine, één lekkage, één poort en één bescherming", het uiterlijk van de distributiebox is intact en er is geen puin in de doos. Controleer tegelijkertijd of de remmen, limiters, anti-fall veiligheidsapparaten en andere apparaten gevoelig en effectief zijn.
Omgevings- en weersomstandigheden
De bouwlift moet niet bij slecht weer werken en moet worden gestopt wanneer de windkracht niveau 6 of hoger bereikt. De bouwplaats moet schoon worden gehouden, obstakels moeten worden verwijderd en er mogen geen ontvlambare of explosieve items rond de lift zijn.
2. Veiligheidsmaatregelen tijdens het werk
Driver kwalificaties en operationele specificaties
Constructielift -chauffeurs moeten professionele training volgen en een certificaat houden om te werken, en bekend zijn met de prestaties van apparatuur en onderhoudskennis. De volgende voorschriften moeten tijdens de werking worden waargenomen:
Overbelastingsbewerking is niet toegestaan en de belasting moet gelijkmatig worden verdeeld.
Vóór elke start moet het fluitje klinken om te waarschuwen en te controleren of de omliggende omgeving veilig is.
Wanneer de bovenste en ondergrenzen worden bereikt, mag de reisschakelaar niet worden gebruikt als een botsingsschakelaar.
De bestuurder zal zijn post niet zonder toestemming verlaten. Bij het vertrek moet de voeding worden afgesneden en moet de deur van de elektrische doos worden vergrendeld.
Beschermende faciliteiten en veiligheidsapparatuur
Bouwliften moeten worden uitgerust met veiligheidsapparaten zoals anti-fall veiligheidsapparaten en gebroken touwbeveiligingsapparaten, en hun gevoeligheid en betrouwbaarheid moeten regelmatig worden gecontroleerd.
Een doorgangsplatform moet worden ingesteld tussen de kooideur en de vloerdeur, en de hoogte van de vangrail mag niet minder zijn dan 1,2 meter.
Een beschermende deur moet worden geïnstalleerd bij de ingang van elk vloerstation om ervoor te zorgen dat de kooideur kan worden gesloten voordat u begint.
Noodbehandeling
In het geval van een fout of noodsituatie moet de bestuurder de machine onmiddellijk stoppen en de voeding afsnijden en relevant personeel op de hoogte stellen van onderhoud.
Een gedetailleerd noodplan moet worden geformuleerd op de bouwplaats en simulatieboren moeten regelmatig worden georganiseerd.
Dagelijks onderhoud en inspectie
Bouwliften moeten elke dag vóór het werk worden geïnspecteerd, inclusief de slijtage van het draadtouw, smering en of het elektrische systeem normaal is.
Elke week moet een uitgebreide inspectie worden uitgevoerd, gericht op de structurele verbinding, boutscherping en de betrouwbaarheid van de limiter.
Een uitgebreide revisie moet eenmaal per maand worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de apparatuur in goede staat is.
3. Speciale vereisten voor bouwliften
Intelligent management
Met de ontwikkeling van technologie zijn intelligente bouwliften geleidelijk populair geworden. Deze apparaten hebben de functies van geautomatiseerde werking, realtime monitoring en foutwaarschuwing, die de veiligheid aanzienlijk kunnen verbeteren.
Multi-layer bescherming en in elkaar grijpende apparaten
Bouwliften moeten worden uitgerust met in elkaar grijpende beschermingsapparaten om ervoor te zorgen dat ze alleen kunnen worden gestart of gestopt nadat de deur is gesloten en vergrendeld.
Bouwliften die in hoogbouw worden gebruikt, moeten worden uitgerust met hekken met grondbescherming om te voorkomen dat mensen vallen.
Laad- en snelheidsregeling
De belasting mag de nominale belasting niet overschrijden en het is ten strengste verboden mensen in de kooi te dragen.
Tijdens de werking moet frequent tillen en verlagen worden vermeden en de hefsnelheid moet stabiel worden gehouden.
4. Installatie en demontage van de bouw takels
Installatiewerkvereisten
Het installatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd onder begeleiding van de aangewezen commandant en ander personeel geeft geen instructies uit.
Nadat de installatie is voltooid, is een nominale load drop -test vereist om de betrouwbare prestaties van de apparatuur te waarborgen.
Werkvereisten demonteren
Het demontagewerk moet ook worden uitgevoerd onder begeleiding van de aangewezen commandant, en niet-operationeel personeel mag niet het waarschuwingsgebied betreden.
Er moeten maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de apparatuur tijdens het demontageproces omgaat of glijdt.
5. Veiligheidsbeheer en toezicht
Veiligheidsbeheersysteem
De bouweenheid moet een geluidsveiligheidsbeheersysteem opzetten, de veiligheidsverantwoordelijkheden van personeel op alle niveaus verduidelijken en regelmatig operators trainen.
Toezicht en inspectie
De constructie -eenheid, het toezichtunit en de constructie -eenheid moeten strikt toezicht houden op het gebruik van de bouwhoogte om ervoor te zorgen dat de apparatuur voldoet aan de veiligheidsvoorschriften.
Noodplannen en oefeningen
De bouwplaats moet een gedetailleerd noodplan formuleren en oefeningen regelmatig organiseren om het vermogen om te reageren op noodsituaties te verbeteren